Leefregel 13, Maak je niet schuldig aan diefstal
13. MAAK JE NIET SCHULDIG AAN DIEFSTAL.
Als je het eigendomsrecht niet respecteert, dan zijn je eigen bezittingen ook niet veilig.
Iemand die om de een of andere reden niet in staat is geweest op een eerlijke manier aan bezittingen te komen, kan net doen alsof toch niemand iets in eigendom heeft. Maar waag het niet om zijn schoenen te stelen!
Een dief laat overal raadsels achter: waar is dit gebleven, waar is dat gebleven? De overlast die een dief veroorzaakt, is veel groter dan alleen maar de waarde van de gestolen goederen.
Dieven zien al die reclame voor allerlei aantrekkelijke artikelen. Ze zijn gefrustreerd omdat ze zelf niet in staat zijn geweest iets te doen dat waardevol genoeg is om er bezittingen mee te verwerven. Of ze kunnen gewoon geen weerstand bieden aan een impuls. En allemaal verbeelden ze zich dat ze met stelen iets waardevols in handen krijgen tegen lage kosten. Maar dat is nu juist de moeilijkheid: de kosten. In werkelijkheid betaalt een dief een ongelofelijk hoge prijs. De grootste roofovervallers en dieven uit de geschiedenis hebben voor hun buit betaald met een leven in miserabele schuilplaatsen en gevangenissen; de momenten dat ze van “het goede leven” konden genieten, waren maar schaars. Hoe groot de hoeveelheid gestolen kostbaarheden ook is, het weegt nooit op tegen zo’n verschrikkelijk lot.
Gestolen goederen dalen enorm in waarde: ze moeten verborgen worden, en je vrijheid wordt er voortdurend door bedreigd.
Zelfs in communistische landen wordt een dief naar de gevangenis gestuurd.
Wie steelt geeft eigenlijk gewoon toe dat hij niet capabel genoeg is om dingen op een eerlijke manier voor elkaar te krijgen, of dat hij niet helemaal normaal is. Vraag maar aan een dief welk van de twee het is; je zult zien dat het óf het een, óf het ander is.
De weg naar een gelukkig leven
kan niet worden bewandeld met
gestolen goederen.